thuis

De juiste zorg op de juiste plek, op het juiste moment én door de juiste persoon

Door alle ontwikkelingen in de maatschappij, neemt de vraag naar wijkverpleging toe. Daarom is het belangrijk dat de mensen die in de wijk wonen, zo lang mogelijk gezond blijven. Dat kan bijvoorbeeld met preventie, zelfzorg óf het voorkomen van méér zorg.

Kunnen wij als Careyn iets organiseren zodat mensen in de wijk goed gezond blijven? Vaak wel en dat doen we dan samen met andere partijen in de wijk (zoals de huisarts of het ziekenhuis).

We proberen het in de wijk zó goed te organiseren dat het echt zorgt voor de juiste zorg op de juiste plek. Dat kan betekenen dat bijvoorbeeld een behandeling vaker bij iemand thuis zal zijn. Of dat we ook andere doelgroepen gaan helpen. Of dat we gaan werken met flexibele behandelteams.

We zien ook veel meer mensen in de wijk met psychiatrische problemen of verslavingen. Samen met andere organisaties hebben we een plan hoe we hier de beste zorg aan kunnen leveren.

Als mensen langer thuis blijven wonen, kan het ook eenzaamheid vergroten. Daarom wordt ook het samenwerken met iemands eigen netwerk, andere welzijnsmedewerkers en zorgverleners, maar ook de inzet van digitale hulpmiddelen, véél belangrijker.

Wat doen we al?

We zijn gaan samenwerken met Lister. De mensen voor wie zij werken, worden ouder. En krijgen daarom meer te maken met een zorgvraag. Dat is voor hun nieuw. Voor ons niet, maar de mensen met wie Lister werkt, mensen met een verslaving, zijn dat weer wel voor ons. Op al onze locaties zijn we milder als het gaat om het inhuizen van mensen met een alcoholverslaving. Daarnaast kan Lister nu ook gebruik maken van onze mooie afdeling Harteveld op locatie Rosendael. Wij leren in de wijk weer veel van Lister. Een win-win situatie. Samen kunnen we de beste zorg leveren.

Werk je in de wijk? Dan hoor je binnenkort de plannen die we aan het ontwikkelen zijn om de wijkteams nog beter en leuker te laten werken. Met nieuwe samenwerkingen in de wijk, het gaan werken vanuit positieve gezondheid en nog meer.

“In 2030 woon ik nog thuis. Misschien wel met hulp van technologie. Ik ben zelfstandig en voel me veilig. Ik heb (digitaal) contact met mensen in mijn buurt. En krijg hulp als dat nodig is.”